Paasei spritsen

Bij de bakker zag ik van de week spritskransjes met een gele vulling. Hmm, dat is lekker en leuk voor de paasdagen. Daarbij staan spritsen al een tijdje op mijn to do list. Eenvoudige oud Hollandse boterkoekjes. Ik at ze vroeger heel vaak maar mijn kinderen weten amper wat spritsen zijn. Tijd voor Paasei spritsen.

En dus pakte ik mijn bakboek van Cees Holtkamp. Helemaal in de veronderstelling dat ik hier het geheim der spritsen wel kon vinden. Maar helaas, hier stond geen recept in. Ineens ging er een lampje branden. Was Rutger onlangs geen spritsen aan het bakken van zijn oma?

En dus haalde het boek Rutger Bakt tevoorschijn en ja hoor. Rutger geeft het geheime spritsen-recept van zijn oma prijs.

Omdat het bijna pasen is worden het geen gewone spritsen, maar Paasei spritsen.

Paasei spritsen

Benodigdheden

1. 200 gram boter op kamertemperatuur

2. 1/4e theelepel zout

3. 115 gram witte basterdsuiker

4. 1 ei, los geklopt

5. 265 gram bloem

6. 1 theelepel bakpoeder

7. 1 theelepel vanille extract

8. Geraspte citroenschil van een een kwart tot halve citroen naar smaak

9. Voor het glazuur: poedersuiker, water en wat kleurstof.  Zoek je een natuurlijke kleur? Eventueel kun je wat kurkuma gebruiken, maar dit kleurt iets minder fel gel

Bereiding Paasei spritsen

Verwarm de oven alvast voor op 170 graden (heteluchtoven).

Spritsen kun je alleen maken als de boter echt goed op kamertemperatuur is. Lekker zacht dus! Anders lukt het niet om mooie spritsen te maken.

Mix de boter, basterdsuiker, het zout, vanille extract en de citroenrasp goed door elkaar in een beslagkom tot het wat lichter en lekker romig wordt. Volgens het recept voeg je dan een eetlepel los geroerd ei toe aan het deeg. Zelf heb ik het hele ei toegevoegd. Prima gelukt. Ik heb ook geen breuk gehad tijdens het snijden.

Mix het deeg nog een minuut goed door. Meng het gezeefde bloem en bakpoeder door het botermengsel.

Het deeg mag nu op het aanrechtblad. Door het deel enkele malen stevig over het werkblad te wrijven wordt het deeg witter en soepeler. Dit duurt ongeveer een minuut.

Je kunt het met de hand doen, maar ik heb een stevige plastic schraper, dat ging net iets handiger.

Het deeg mag in een spuitzak en heeft een spuitmondje met kartel nodig van het liefst 1 cm. Mijn grootste kartelrand is denk ik iets kleiner want het kost best wat spierballen om het deeg op de bakplaat te spuiten. Spuiten met een snoepzakje lijkt me met dit deeg ook geen optie. Deze zal snel stuk gaan.

Spuit kleine eitjes op de bakplaat. Het deeg zal nog wat gaan rijzen dus een beetje ruimte tussen het ei is geen probleem.

De koekjes zijn na 20-25 minuten gaar en goudbruin.

De eieren worden versierd met gele glazuur.

Glazuur maak je met poeder suiker. Voeg bij het poedersuiker enkele druppels water, roeren en klaar.

Voor dit koekje heb je iets dikker glazuur nodig. Anders loopt de glazuur in de naden die het spuitmondje heeft gemaakt.

Voeg de kleurstof toe om je glazuur geel te maken.

Voor en na het bakken.

Bewaren in de koektrommel

Alle koekjes krijgen nu een drupje glazuur. Omdat de glazuur best dik is droogt het lekker snel.

De koekjes blijven lekker lang vers in een trommel. Handig dus om deze koekjes al een paar dagen eerder te maken.

De basis van het spritsen recept komt uit het boek Rutger Bakt.