Thuis lag een rol vers bladerdeeg over dat op moest en al snel had ik een goede smoes verzonnen. Ik kon het bladerdeeg natuurlijk in de diepvries bewaren, maar ik kon er natuurlijk ook iets mee gaan doen. Tijd om me aan echt Hollands gebak te wagen en tompoucen te maken, dat wilde ik al zo lang? Hoe maak je de vulling en hoe maak je dat bladerdeeg zo knapperig en niet overdreven hoog? Met wat tips is dat heel goed te doen.
Is het de kleur die altijd zo verleidelijk naar je kijkt? De mannen thuis wilde graag proeven. “Mam, waarom is de vulling niet geel?” vroeg mijn oudste zoon. Ik vertelde hem dat een deel van het recept geïnspireerd is om de tompouce van Cees Holtkamp (zie onderaan artikel). Cees gebruikt zowel banketbakkersroom als slagroom, beide in een aparte laag op elkaar tussen het bladerdeeg. Zelf mengde ik de twee door elkaar omdat ik dit lekker vind en omdat de slagroom hier iets steviger van wordt.
“Lekker zeg, deze vulling is niet zo flubberig als de andere tompoucen.” Een compliment!
Je kunt een tompouce maken met bladerdeeg uit de diepvries. Dat is makkelijk en supersnel klaar, maar heb je al eens zelf bladerdeeg gemaakt of een rol vers bladerdeeg geprobeerd? Dat is echt een wereld van verschil. Toch kies ik zelf ook niet altijd voor moeilijk doen en een vers bladerdeeg is ook niet overal verkrijgbaar.
Tompoucen of noem jij ze eigenlijk tompoezen?
Tompoucen maken
Benodigdheden voor 6 stuks:
- 1 rol bladerdeeg (of gebruik 1 pak diepvries bladerdeeg)
Voor de vulling:
- 400 ml slagroom
- 250 ml melk
- 40 gram suiker, evt wat meer bij de vulling: proeven!
- 1 zakje vanillesuiker
- 23 gram custardpoeder (of evt. maizenapoeder)
- 1 eidooier
Voor het glazuur:
- 100 gram poedersuiker
- enkele druppels rood fruitsap, ik gebruikte bramensap (hiervoor gebruik ik graag fruit uit diepvries)
Zo kun je deze tompoucen maken:
Eerst maken we de gele room. Het is een soort banketbakkersroom maar door het custardpoeder is het net iets steviger. Verwarm 225 ml melk op een laag vuurtje met de suikers en roer het af en toe door. Doe in een schaaltje het custardpoeder en roer het scheutje voor scheutje de 25 ml melk doorheen, gevolgd door de eidooier. Als de melk op het vuur kookt, mag de pan van het vuur en kun je familie maken met het custardpapje. Doe een klein beetje melk bij het papje en roer het goed door, voeg nog wat warme melk toe er roer opnieuw. Nu mogen de twee bij elkaar; roer het geheel glad. Breng de pan opnieuw naar het vuur en kook de gele room nog 1-2 minuten op een laag vuurtje tot het stevig en gaar is geworden. Giet de pap in een kom of bord en bedek het met een vel plastic folie. Laat de gele room afkoelen.
Ezeltje prik! Prik heel veel gaatjes met een vork om knapperige en niet overdreven gerezen bladerdeeg te bakken.
Rol het bladerdeeg uit; de plak is 40 x 24 en ligt op bakpapier. Gebruik je eigen bladerdeeg of bladerdeeg uit de diepvries leg het dan ook op een vel bakpapier. Snij de lange kant doormidden; je krijgt tweemaal een reep van 40 x 12 cm. Prik het bladerdeeg goed in om te zorgen dat het krokant bakt, maar niet overdreven hoog kan rijzen. Snij onregelmatige zijkantjes weg. Laat het bladerdeeg even rusten en op temperatuur komen.
Verwarm de oven voor op 180 graden met boven- en onderwarmte of op 160 graden met hete lucht en bak het ongeveer 25 minuten tot het lichtbruin begint te worden. Verlaag de temperatuur met 30 graden en bak het nogmaals 10 minuten om het deeg goed te drogen.
Haal het bladerdeeg uit de oven en laat het afkoelen. Klop de slagroom stevig met suiker naar smaak. Wat mij betreft hoeft het niet te zoet zijn want de glazuurlaag bovenop is al behoorlijk zoet en je kunt later nog toevoegen. Klop de gele room goed door met de mixer tot het opnieuw romig is. Schep met een grote lepel steeds wat slagroom bij een mix het tot een egale vulling. Het is een smakelijke combinatie en dat mag je proeven. Is je vulling op smaak of moet er nog iets suiker bij?
Doe de vulling in een spuitzak en spuit lagen op de eerste helft van het bladerdeeg. Leg de tweede laag bladerdeeg bovenop.
Roer de vruchtensap door het poedersuiker en voeg nog enkele druppels water toe tot de gewenste dikt. Bedek de bovenkant met het glazuur en laat het iets harder worden.
Een tompouce is 4 cm dik; tip om te zagen!
Een tompouce kun je niet goed snijden, maar moet je echt zagen; net als brood! Ik vind een broodmes hier ook het meest geschikt voor en anders een ander mes met een kartelrand. Zaag de tompouce in de gewenste dikte, maar begin met eerst de zijkanten wegzagen.
De klassieke tompouce is roze maar met Pasen zijn gele tompoucen of met Koningsdag of bij voetbalwedstrijden zijn oranje tompoucen heel leuk om te presenteren!
Bron: Vulling voor tompoucen en tompoucen maken van Cees Holtkamp. Via de links kom je op de youtube filmpjes van Cees en zijn kleindochter Stella. Hierin geeft Cees nog veel meer uitleg over de ingrediënten en het maken van de tompouche. Cees Holtkamp vult zijn tompoucen in twee lagen, eerst een laag gele room en hier bovenop slagroom.
Heerlijk zien ze eruit. Wat voor vruchtensap gebruik je en hoeveel. En hoeveel poedersuiker.
Hoi Patricia, Ik gebruikte het sap van bramen, heel weinig maar. Aan 2-3 bramen heb je genoeg op 100 gram poeder. Ik gebruikte zelfs wat extra water om aan te lengen zo roze was het. Groetjes Carola
TompoucHe?
Hoi Esther, inderdaad, je hebt gelijk; Tompouce. Groetjes Carola
Hoi Carola,
Wat breng je ons op heerlijke ideeën! Zou acuut op pad willen gaan voor bladerdeeg; heerlijk! Uit een rol haal je dus (maar) 6 tompoucen?
Je schrijft in je recept bij het maken van de gele room: “Verwarm 225 ml met op een laag vuurtje”, bedoel je hier het woordje melk ipv met?
Ga mijn boodschappenlijstje voor komend weekend alvast opstarten…
Groetjes, Corrien
Hoi Corrien, je hebt helemaal gelijk, het moet 225 ml melk zijn. Helaas, met 1 rol kun je 6 stuks maken, of je moet ze kleiner maken, mini’s vind ik ook erg schattig maar die laten zich denk ik moeilijk snijden. Je gebruikt natuurlijk ook dubbel bladerdeeg; onder een boven. Groetjes en succes! Carola